De Nederlandse (semi-)overheid moet online toegankelijk zijn voor iedereen, ook voor mensen met een functiebeperking. Op deze pagina lees je meer over wetgeving en verplichtingen.
Wetgeving
Europese richtlijn
De Europese Unie heeft een richtlijn vastgesteld voor digitale toegankelijkheid. In een richtlijn staan doelstellingen waaraan de lidstaten moeten voldoen. Lidstaten verwerken deze doelstellingen in nationale wetgeving.
De richtlijn heeft betrekking op de toegankelijkheid van websites, apps, intranet, maar ook online documenten en formulieren die je kan downloaden. Ook het verwerken van digitale formulieren en het kunnen afronden van authenticatie, identificatie en betalingen horen hierbij.
In de richtlijn wordt ook verwezen naar de Europese standaard voor inkoop van toegankelijke ICT, EN 301 549 – V1.1.2 – 2015-04 (pdf, 1,5 MB). Dit is de Europese standaard voor toegankelijkheidseisen voor publieke inkoop van ICT-producten en -diensten in Europa. Daarin wordt weer verwezen naar de internationale toegankelijkheidsrichtlijn WCAG 2.1.
Op 28 augustus 2018 is een nieuwe versie van EN 301 549 gepubliceerd: EN 301 549 V2.1.2 – 2018-08 (pdf, 2 MB). Hierin is de meer uitgebreide standaard WCAG 2.1 opgenomen. In WCAG 2.1 is meer aandacht voor mobiel, touch en mensen met een cognitieve beperking. De richtlijn verwijst echter naar de vorige versie.
Documenten
Ook documenten moeten toegankelijk zijn. Dit geldt niet voor oudere documenten; documenten van voor 23 september 2018.
Voor oudere documenten – van voor 23 september 2018 – gelden de eisen alleen voor documenten ‘nodig […] voor actieve administratieve processen met betrekking tot de door de betrokken overheidsinstantie vervulde taken’. Denk dan bijvoorbeeld aan een document met een formulier om een paspoort of vergunning aan te te vragen. Die oudere documenten moeten dan dus wel toegankelijk gemaakt worden.
Het wordt nog ingewikkelder: Vanaf 23 september 2019 moeten nieuwe documenten – gemaakt zijn op of na 23 september 2018 – toegankelijk zijn.
Voor intranetten en extranetten, inclusief de daarop gepubliceerde documenten, ligt een grens op 23 september 2019:
- Als een intranet of extranet na 23 september 2018 ingrijpend vernieuwd is of nieuw is, dan moet de content op 23 september 2019 voldoen.
- Voor een ouder intranet of extranet geldt: Content van 23 september 2019 of later moet op 23 september 2020 voldoen.
Meer informatie
De Europese richtlijn kun je in verschillende talen nalezen:
Directive (EU) 2016/2102 of the European Parliament and of the Council of 26 October 2016 on the accessibility of the websites and mobile applications of public sector bodies
Nederland
AMVB en Wet Digitale toegankelijkheid
De Europese richtlijn is op 22 december 2016 van kracht geworden. Lidstaten moeten de richtlijn uiterlijk op 23 september 2018 in landelijke wetgeving omgezet hebben. Dan wordt digitale toegankelijkheid wettelijk verplicht voor de publieke sector in Nederland.
In Nederland is op 1 juli 2018 een AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur) van kracht geworden, het Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid. Dit besluit zet de richtlijn om in bindende nationale wetgeving.
Grondwet
In artikel 1 van de grondwet staat dat je gelijke vallen gelijk moet behandelen en discriminatie op welke grond dan ook niet is toegestaan.
VN-verdrag
Een belangrijke ontwikkeling is de Nederlandse ratificatie van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap in 2016. Sinds 14 juli 2016 is het verdrag in Nederland van kracht. Mensen met een handicap of chronische ziekte hebben het recht om gelijk deel te nemen aan de samenleving.
Wet Gelijk behandeling
In juli 2016 is de wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte uitgebreid. Naast wonen, werk, onderwijs en openbaar vervoer gaat de wet nu ook over goederen en diensten. Hierin ligt nu een belangrijke basis voor de gelijke behandeling van alle burgers, ook mensen met een functiebeperking.
Sinds 1 januari 2017 staat in de wet een norm voor ‘algemene toegankelijkheid’. Het uitgangspunt is dat diensten en voorzieningen toegankelijk zijn zodat er minder individuele aanpassingen voor toegankelijkheid nodig zijn.
Meer informatie
Beleid
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt eisen aan verantwoording over het voldoen aan de richtlijnen. Voor de (semi-)overheid gold eerst dat hun websites moesten voldoen aan de open standaard Webrichtlijnen versie 2 (niveau AA). Nu is het deel toegankelijkheid (WCAG 2.1) een verplichte open standaard. Als het om ‘zwaarwegende redenen’ niet (volledig) mogelijk is informatie toegankelijk aan te bieden, dan moet je hierover op transparante wijze verantwoording geven.
Voor documenten is er nu wetgeving dat documenten vanaf 23 september 2018 moeten voldoen of je moet conform de norm een toegankelijk alternatief bieden. Zie hiervoor ook Een ontoegankelijk document met een toegankelijk alternatief. Wat zijn de eisen?
Pas toe of leg uit
In aanloop van nationale wetgeving zijn er veranderingen in de lijst met open standaarden:
- EN 301 549, een standaard voor inkoop van ICT-producten en -diensten, staat als verplichte open standaard op de pas toe of leg uit lijst
- WCAG 2.1, de internationale toegankelijkheidsrichtlijnen van het W3C, is een verplichte open standaard
Overheden en semi-overheden zijn verplicht om bij de aanschaf van ICT-producten en -diensten te kiezen voor standaarden van de ‘pas toe of leg uit’-lijst.
Zwaarwegende redenen
Het misverstand over pas toe en leg uit is dat je mag afwijken als je maar uitlegt. Dat is niet het geval. Je mag afwijken bij zwaarwegende redenen. De volgende redenen worden de volgende redenen als niet-zwaarwegend benoemd:
- Techniek. Bijvoorbeeld de software of het CMS zouden nog niet geschikt zijn.
- Kennistekort bij de ontwikkelaar, developer of redacteur.
- Organisatorische argumenten, zoals ‘onmogelijk binnen de organisatie’ of gebrek aan draagvlak. In het toepassingskader staat dat een (semi-)overheidsorganisatie niet mag kiezen om niet te voldoen, maar dat ze moet voldoen. Omdat het simpelweg een verplichting is. Genoemde problemen moeten daarom opgelost worden en er moet wel voldaan worden.
- Afspraken en verplichtingen. Alleen van toepassing als de contracten zijn opgesteld voordat de richtlijnen voor de betreffende overheidsorganisatie een verplichting waren.
- Kosten. Voldoen is een verplichting. In het toepassingskader staat dat er daarom budget gereserveerd moeten worden. Voldoen kost in eerste instantie meer, maar is op lange termijn een kostenbesparing.
Bron: Digitoegankelijk – Huidig beleid
Verantwoording
Als (semi-)overheidsorganisatie moet je je dus op transparante wijze verantwoorden. De verantwoording staat op de website van de overheidssite, bij voorkeur onder www.voorbeeld.nl/toegankelijkheid. Een goede uitleg over afwijkingen van een standaard bevat in elk geval de volgende onderdelen:
- Specificatie: Welk(e) aspect(en) van de standaard betreft de ‘leg uit’?
- Oorzaak: Wat is de reden dat er (nog) niet aan kan worden voldaan?
- Gevolg: Welke gevolgen/beperkingen heeft het niet of niet volledig voldoen aan de standaard voor gebruikers?
- Alternatieven: Worden er alternatieven geboden voor de gevolgen/beperkingen ontstaan door het niet of niet volledig voldoen aan de standaard en waar zijn deze vindbaar?
- Maatregelen: Welke maatregelen zijn of worden genomen om alsnog aan de standaard te kunnen voldoen?
- Planning: Op welke termijn zullen de maatregelen zijn geïmplementeerd?
- Reactiemogelijkheid: Op welke manier kunnen bezoekers eventuele problemen met het gebruik van de website melden en op welke wijze wordt met deze reacties omgegaan?
Een Europees format voor de toegankelijkheidsverklaring volgt later dit jaar.
Onderwijs
De toegankelijkheid van het onderwijs valt onder de Wet gelijke behandeling. De Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte verplicht onderwijsinstellingen tot het aanhouden van een gelijke behandeling voor studenten met een functiebeperking. Deze wet heeft ook betrekking op de toegankelijkheid van digitale informatievoorziening
Voor het hoger onderwijs geldt dat toegankelijkheid een onderdeel is van de accreditatie.
In 2012 is de toegankelijkheid van het Hoger Onderwijs nogmaals in de kamer ter sprake gekomen. In de aanpassing van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek van 22 juli 2010 (Staatsblad 293) is bij de beoordelingscriteria voor accreditatie onder andere opgenomen dat gekeken moet worden naar voorzieningen die de toegankelijkheid en studeerbaarheid voor studenten met een functiebeperking bevorderen. In deze wettekst is de digitale toegankelijkheid dus niet expliciet opgenomen, maar kan wel als een onderdeel van de toegankelijkheid worden beschouwd in dit verband.