Toegankelijkheid, bruikbaarheid en documenten. Een lastig onderwerp met veel terminologie. Termen die je soms ook niet makkelijk onthoudt. Met deze woordenlijst zoek je snel begrippen op!
- Auteur
- De auteursnaam zoals deze in de metadata verschijnt. Een goede auteursnaam is de naam van de organisatie of een duidelijke naam van een persoon die als afzender van het document beschouwd mag worden.
- Bladwijzers
- Bladwijzers zijn links die je in een apart venster in een reader kan gebruiken om snel door een document te bladeren. Vaak worden hiervoor koppen van een document herbruikt.
- Bookmarks
- Zie bladwijzers
- Documenttitel
- De documenttitel staat in de metadata en kan getoond worden in de titelbalk of tabblad van een pdf-lezer. Een goede documenttitel is beschrijvend over de inhoud van het document en uniek binnen de website. Het kan zijn dat je in je document een titel opmaakt, maar dat je geen documenttitel in de metadata hebt ingevoerd.
- Gecodeerde pdf
- Een toegankelijke pdf bevat een codelaag. Bij een goede codelaag wordt bij onderdelen informatie gegeven over de rol ervan op de pagina (kop, lijst, paragraaf et cetera). Deze codes moeten in een bruikbare volgorde staan.
Met een goede codelaag wordt informatie toegankelijk voor mensen die met behulp van een screenreader een brailleleesregel gebruiken of informatie laten voorlezen. Een screenreader gebruikt hiervoor niet de visuele weergave van de informatie, maar een onderliggende laag met codes. Ook kan content dan anders weergegeven worden door bijvoorbeeld slechtziende mensen: in 1 kolom, vergroot of bijvoorbeeld gele tekst op een zwarte achtergrond.
Als er geen codelaag is, dan kan het zijn dat het document geen inhoud heeft voor iemand die een screenreader gebruikt. Het document kan dan voor hen ‘leeg’ zijn, ook al zien we een document met informatie. - Leesvolgorde
- Dit is een verwarrende term. Voor het anders weergeven van een pdf moet de codelaag gebruikt worden. Zo staat dat in de verschillende specificaties. Bijvoorbeeld iemand die slechtziend is kan de pdf dan in een andere weergave bekijken. De gebruiker kan de tekst in een pdf dan bijvoorbeeld in één kolom laten weergeven, in plaats van de originele opmaak met meerdere kolommen. Of iemand kan kiezen voor een andere tekstkleur en achtergrondkleur dan de kleuren waarin het document is opgemaakt. Zo wordt het document beter leesbaar voor verschillende slechtziende bezoekers.
Het verwarrende is dat sommige software geen gebruik maakt van de codelaag, maar van een contentvolgorde. Ook ‘Reflow’ / ‘Opnieuw plaatsen’ in Acrobat Pro werkt niet naar behoren en volgt niet de specificatie en de codelaag. Hierdoor ontstaan ook misverstanden als ‘geen witte tekst gebruiken’ omdat dit er in deze tooling niet uitziet. De pdf-reader voor slechtziende mensen, VIP PDF Reader, volgt keurig de specificatie. - Metadata
- Metadata van een document zijn gegevens over kenmerken van het document. De metadata van een document zijn bijvoorbeeld de documenttitel, de auteur, de datum waarop het document gemaakt is, het aantal pagina’s en de taal waarin het document is opgesteld. Door goede metadata te gebruiken kun je informatie makkelijker vinden. Met een zoekmachine die gebruik maakt van metadata kun je zoeken naar documenten in een bepaalde taal of van een bepaalde auteur. Zo kun je gerichter zoeken dan met het zoeken in de hele tekst van een document kan.
- PDF/UA
- PDF/UA is de standaard voor toegankelijke PDF. De toegankelijkheidsstandaard WCAG 2.1 is technologie-neutraal, maar geschreven met HTML in het achterhoofd.
Een pdf heeft een hele andere kenmerken dan een HTML-pagina, zoals kopteksten en voetteksten, paginering, het insluiten van lettertypes en beveiligingsopties. PDF/UA is heel specifiek over hoe je een pdf goed toegankelijk maakt. Het is niet zinnig om alleen WCAG 2.1 te gebruiken voor creatie of controle. - Pdf-printer
- Een ‘pdf-printer’ is een plug-in (vaak gratis) waarbij je via de dialoog voor afdrukken een pdf maakt. Bij deze methode komt er geen goede codelaag in het document.
- pdf-producent
- Het programma waarmee het brondocument gemaakt wordt heet in het Nederlands de ‘pdf-producent‘ en in het Engels de ‘producer’. Je kunt deze informatie meestal terugvinden in de metadata van een document. In Acrobat Pro bijvoorbeeld kun je dit zien via Bestand > Eigenschappen.
- Taal
- In een pdf moet worden aangegeven in welke taal het document is opgesteld. Als de taal is aangegeven, dan kan het document makkelijk in de juiste taal en met de juiste uitspraak worden voorgelezen. Voor Nederlandstalige documenten moet de taal aangegeven zijn als ‘Nederlands’.
- Toepassing
- Het programma waarmee je het brondocument exporteert naar een pdf heet de ‘Toepassing’ en in het Engels de ‘creator’. Je kunt deze informatie meestal terugvinden in de metadata van een document. In Acrobat Pro bijvoorbeeld kun je dit zien via Bestand > Eigenschappen.
- WCAG 2.1
- WCAG staat voor ‘Web Content Accessibility Guidelines‘. Dit zijn de internationale toegankelijkheidsrichtlijnen voor webcontent van het W3C (het World Wide Web Consortium). Deze richtlijnen worden gebruikt in beleid en wetgeving, nationaal en internationaal. Er zijn drie niveaus waarop je aan de richtlijnen kan voldoen:
- Niveau A (minimale toegankelijkheid)
- Niveau AA (goede toegankelijkheid voor een brede groep)
- Niveau AAA (om extra punten uit te gebruiken of als je een product maakt voor een specifieke doelgroep)
In wetgeving en beleid wordt doorgaans niveau AA aangehouden als niveau om aan te voldoen.
De richtlijnen komen tot stand met betrokkenen, belanghebbenden, commerciële partijen, publieke organisatie et cetera.
We breiden de lijst verder uit. Mis je termen of heb je aanvullingen, laat het weten via info@documenten-en-toegankelijkheid.nl