• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Documenten en toegankelijkheid

Aanpak, organisatie en best practices

  • Home
  • Artikelen
  • Richtlijnen
    • PDF/UA
    • 1. Inleiding WCAG 2.1 en documenten
    • 2. Principe Waarneembaar – WCAG 2.0 en documenten
    • 7. Eisen alternatieve versie – WCAG 2.0 en documenten
  • Wetgeving en beleid
  • Toegankelijke pdf
  • Verklarende woordenlijst
Je bent hier: Home > Richtlijnen > 2. Principe Waarneembaar – WCAG 2.1 en documenten

2. Principe Waarneembaar – WCAG 2.1 en documenten

Dit artikel gaat over ‘Principe Waarneembaar’, één van de 4 principes van de internationale toegankelijkheidsrichtlijnen WCAG 2.1. De succescriteria van dit principe gaan erover dat content, navigatie, formulieren, de zoekfunctie, links en helpteksten zo aangeboden worden dat verschillende gebruikers ze kunnen ‘waarnemen’. We spitsen de succescriteria van dit principe toe op online documenten.

Reeks WCAG 2.1 en toegankelijke documenten

Dit artikel is onderdeel van een reeks van 7 artikelen over waaraan documenten moeten voldoen volgens de internationale toegankelijkheidsrichtlijnen WCAG 2.1. Lees eerst artikel ‘1. Inleiding WCAG 2.1 en documenten‘ voor een inleiding, bronnen en aanvullende informatie.

Deze reeks gaat over pdf’s, tekstverwerkingsbestanden en spreadsheets, maar niet over EPUB. EPUBS’s bouw je met dezelfde technologieën op als webpagina’s en daar is al veel over geschreven.

Betekenis van Principe Waarneembaar

Principe Waarneembaar gaat erover dat informatie niet met alleen 1 zintuig waarneembaar is. Als je informatie geeft met een afbeelding, dan moet je zorgen dat die informatie ook beschikbaar is voor mensen die niet of niet goed kunnen zien. En als je informatie geeft met geluid dan moet je zorgen dat die informatie ook beschikbaar is voor mensen die niet of niet goed kunnen horen. Informatie die maar met één zintuig te benaderen is, is niet voor iedereen ‘waarneembaar’. En dus niet toegankelijk.

We beginnen met een voorbeeld:

Stel een document bevat een afbeelding van een Twittericoon die een link is naar het Twitterpagina van de organisatie. Er staat verder geen tekst bij. Je kunt met je ogen zien (waarnemen) dat het om Twitter gaat.

Ook als je niet kunt zien wil je deze informatie. Als maker van het document voeg je daarom een alternatieve tekst toe. Deze tekst is niet voor iedereen zichtbaar, maar is beschikbaar voor iedereen die de afbeelding niet kan zien. Hierdoor kunnen mensen die de afbeelding niet kunnen zien, bijvoorbeeld omdat ze blind zijn, toch de informatie waarnemen. Ze voelen de informatie in braille met een brailleleesregel of horen deze met voorleessoftware. Je hoeft in de alternatieve tekst niet aan te geven dat het een link is. Dat regelt de software al.,

Succescriteria van Principe Waarneembaar (niveau A en AA)

Hoe zorg je dat alle informatie in je document ook waarneembaar is? En dat het document voldoet aan dit deel van de richtlijnen? Om hier antwoord op te krijgen lopen we de succescriteria van Principe Waarneembaar langs.

Succescriterium 1.1.1 Niet-tekstuele content (niveau A)

Dit succescriteria gaat over ‘niet-tekstuele content‘. Denk hierbij aan afbeeldingen, kleur, audio en video waarmee informatie gegeven wordt. Alle content die niet uit tekst bestaat en die informatie overbrengt heeft een goed tekstueel alternatief nodig. Omdat we geen audio en video zien in pdf’s, Word-documenten en spreadsheets laten we audio en video buiten beschouwing.

Hieronder lichten we verschillende soorten zogenaamde niet-tekstuele content toe.

Decoratieve afbeeldingen

Decoratieve afbeeldingen zijn plaatjes die alleen maar bedoeld zijn om een pagina visueel op te leuken. Ze geven de bezoeker geen extra informatie. Denk bijvoorbeeld aan een sfeerplaatje of een algemene stockfoto. De afbeelding is vaak inwisselbaar met andere decoratieve afbeeldingen. Je mist geen informatie als je deze afbeeldingen weg zou laten.

In Acrobat kun je een decoratieve afbeelding markeren op een manier waardoor ze door screenreaders genegeerd wordt.

Bij een Word-document dat je ook online als Word-document aanbiedt, moet je juist wel een alternatieve tekst opgeven voor een decoratieve afbeelding. Hierbij doelen we dus op een Worddocument als einddocument, niet een document dat alsnog een pdf wordt. Er is in Word geen onderscheid tussen afbeeldingen die een functie hebben en afbeeldingen die je alleen voor sfeer toevoegt. Je kan bijvoorbeeld de alternatieve tekst ‘sfeerplaatje’ gebruiken. (Doe dit echter nooit in HTML! Daar geef je decoratieve afbeeldingen een leeg alt-atribuut: alt=”” of je plaatst ze met style sheets).

Alternatief voor afbeeldingen die informatie overbrengen

Een afbeelding die informatie aan de bezoeker geeft moet een stukje code bevatten met daarin een tekstueel alternatief. Dit kun je makkelijk doen met het het programma waar je mee het document maakt of vormgeeft.

Met het tekstuele alternatief geef je dezelfde informatie die de afbeelding geeft. Je ziet het tekstueel alternatief niet visueel in de tekst staan, maar deze is dus wel beschikbaar voor als je de afbeelding niet kan zien. Het tekstuele alternatief is beschikbaar voor bijvoorbeeld voor mensen die screenreaders of brailleleesregels gebruiken.

Voorbeeld: afbeelding van kaartje met daarin stip op kaart om aan te geven waar Turnhout ligt

Een voorbeeld is een afbeelding van een kaartje waarin aangegeven wordt waar Turnhout ligt. In de alternatieve tekst geef je dan weer waar Turnhout ligt. Deze informatie is dus alleen beschikbaar voor mensen die de afbeelding niet kunnen zien. Het kan overigens geen kwaad om deze informatie wel te beschrijven in tekst die voor iedereen zichtbaar is. Zo wordt de informatie voor iedereen begrijpelijk, ook voor mensen die niet goed zijn in het begrijpen van kaarten.

Een alternatieve tekst kun je zowel voor een Microsoft Office-document, een odt-bestand en een pfd-bestand aangeven. (Een odt-bestand is een teksverwerkingsbestand dat ook open standaard is en bijvoorbeeld met LibreOffice gemaakt is). De informatie uit de afbeelding wordt daardoor toegankelijk voor iedereen.

Let op dat het op niveau AA, het niveau waar overheden aan moeten voldoen, het niet toegestaan is informatie alleen aan te bieden via een afbeelding van tekst. Bijvoorbeeld een plaatje van het woord ‘Tip’ of een plaatje van een tabel met data. Zie hiervoor succescriterium 1.4.5 over afbeeldingen van tekst in documenten.

Complexe afbeeldingen

Met een complexe afbeelding doelen we op een afbeelding die veel informatie geeft, zoals een kaart, infographic of grafiek. Een achterliggende alternatieve tekst is bedoeld voor een korte beschrijving of label. Je kunt er geen hele paragrafen of alinea’s opnemen. Om alle informatie die een complexe afbeelding geeft toegankelijk te maken, is een langere tekstuele beschrijving nodig.

Het is niet logisch en niet gebruiksvriendelijk om dit op een een andere plek te doen dan in het document zelf. Houd hier dus met vormgeving en redactie rekening mee. De complexe afbeelding is daarmee eigenlijk een illustratie bij tekst. Tekst die voor iedereen zichtbaar is. Dit heeft als bijkomend voordeel dat mensen die het lastiger vinden om informatie uit een complexe afbeelding te halen de informatie ook in tekst kunnen lezen.

We horen veel dat de afzender het gevoel heeft informatie nu dubbel aan te bieden. En de infographic was nu juist bedoeld om een ellenlange tekst te voorkomen. Bedenk echter dat je zonder tekstuele uitleg de afbeelding aan een groep gebruikers helemaal niet aanbiedt. Bijvoorbeeld aan blinden, een groep slechtzienden en mensen die minder goed zijn in het begrijpen van een complexe afbeelding. Ook op een mobiel is het niet altijd makkelijk om een grote complexe afbeelding te gebruiken en te begrijpen.

Voorkom een brei aan tekst: zorg ervoor dat je tekst met uitleg duidelijk structureert. Gebruik hiervoor koppen en eventueel opsommingen of tabellen. Een mogelijkheid is ook om de infographic op te knippen en alleen de kleinere afbeeldingen te gebruiken, met daarbij tekst en eventueel opsommingen of tabellen.

Een specifiek voorbeeld van een complexe afbeelding is een afbeelding van een kaart in een document, zoals een losloopgebied voor honden. Zorg dat deze informatie ook beschikbaar is als je de afbeelding niet kan zien. Schrijf uit waar deze gebieden zich bevinden of gebruik een datatabel.

Bij herziening van deze content kan het ook een overweging zijn om de informatie in HTML aan te bieden in plaats van pdf. Een gewone webpagina is namelijk makkelijker door een grote groep mensen op verschillende apparaten te gebruiken en is voor de organisatie eenvoudiger te maken en te wijzigen.

Pdf met als enige inhoud een plaatje

In onze praktijk zien we vaak pdf’s die alleen 1 plaatje bevatten. Bijvoorbeeld een pdf met 1 plaatje van een infographic. Dan is de pdf eigenlijk alleen de ‘drager’ van het plaatje. Dit is een onnodige extra stap voor de gebruiker om informatie te gebruiken. Dit gaat verder dan de richtlijnen, maar ons advies is om de afbeelding als jpg-bestand of png-bestand op een webpagina aan te bieden. Je maakt het hiermee niet alleen voor de bezoeker makkelijker, het is ook makkelijker en beter haalbaar als aanbieder om de afbeelding toegankelijk te maken. Een goede pdf maken is lastiger.

Complexe kaarten

Regelmatig zien we complexe kaarten in een online pdf. Om deze informatie toegankelijk aan te bieden, bieden we je de volgende tips:

Stel jezelf de volgende vragen:

  1. Moet deze informatie online? Wie help ik hiermee?
  2. Is pdf het geschikte middel om deze kaart informatie aan te bieden? Is dit optimaal bruikbaar voor de verschillende bezoekers en de gebruikte hulpapparatuur en apparaten als mobiel? Zijn er betere alternatieven?
  3. Is de informatie die ik geef wel complex? Is het wel nodig om een complexe of gelaagde kaart aan te bieden?

Zorg dat je essentiële informatie zoveel mogelijk ook in tekst aanbiedt.

Bedenk dat toegankelijke kaartinformatie veel voordelen heeft en dat er een hoop ontwikkelingen zijn. Toegankelijke kaartinformatie is beter bruikbaar voor verschillende bezoekers en beter doorzoekbaar en vindbaar met zoekmachines. Voor meer tips zie de handreiking geo-informatie en Webrichtijnen van Geonovum.

Meer informatie

  • Succescriterium 1.1.1 Niet-tekstuele content
    Op deze pagina staat de norm WCAG 2.1 en kun je doorklikken naar aanvullende informatie en algemene technieken. Documenten moeten voldoen aan de succescriteria en de paragraaf over conformiteit.
  • Pdf-technieken voor dit succescriterium, voorbeelden van hoe je content beter toegankelijk kan maken:
    • Technique PDF1: Applying text alternatives to images with the Alt entry in PDF documents
    • Technique PDF4: Hiding decorative images with the Artifact tag in PDF documents
    • Technique PDF13: Providing replacement text using the /Alt entry for links in PDF documents

Succescriterium 1.3.1 Info en relaties (niveau A)

Dit succescriterium is het meestomvattend. Hieronder vallen kleur voor nadruk, tabellen, formulieren, koppen, lijsten, links en consistente paginanummering.

Het succescriterium gaat namelijk over de structuur in een document. Die moet voor alle gebruikers duidelijk zijn. Dat betekent bijvoorbeeld dat je een kopje niet alleen vet maakt maar als kop opmaakt. Daardoor kunnen gebruikers die de pagina niet zien ook makkelijk de structuur van een document begrijpen door een lijst met koppen op te vragen of door van kop naar kop te navigeren. Ook kun je van deze koppen goed bladwijzers maken om te navigeren. Bladwijzers zijn links die je in een apart venster in een reader kan gebruiken om snel door een document te bladeren. Voor meer informatie zie het artikel ‘Hoe zit een toegankelijke pdf in elkaar?‘)

Onder dit succescriterium vallen veel aandachtspunten waar je rekening mee moet houden. We bespreken ze hier:

a. Het gebruik van kleur voor nadruk

Zorg dat je informatie niet alleen met kleur of opmaak geeft, maar zorg dat je deze informatie beschikbaar maakt voor iedereen. Bijvoorbeeld het gebruik van gekleurde tekst om steekwoorden te laten opvallen. Gebruik dan ook cursief of vet.

b. Tabellen

Gebruik geen tabellen voor opmaak. Bijvoorbeeld om een plaatje links te zetten en tekst rechts. Of om kolommen van tekst te maken. Tabellen zijn alleen bedoeld voor data.

Maak datatabellen op met tabelopmaak. Dat betekent dat je moet aangeven wat de koppen in een tabel zijn. Sommige tabellen hebben alleen kolomkoppen, andere alleen rijkoppen, weer andere tabellen hebben allebei. Hoe de tabel waar je aan werkt in elkaar zit merk je door vanuit de cellen te denken. Welke informatie heb jij er bij nodig om ze te duiden?

Als je rijkoppen of kolomkoppen alleen maar vet maakt, is het niet makkelijk om de datatabel te doorgronden als je hem niet kan zien. Stel je voor dat je een tabel hebt met koppen en cellen. Als je deze niet kan zien omdat je blind bent en de tabel is niet goed opgemaakt, dan moet je gaan tellen en onthouden welke cel bij welke kop of koppen hoort.

Als een tabel goed is opgebouwd dan kan je per cel de bijbehorende koppen opvragen. Ook hoor je wat de rijkop is als je van rij verandert of wat de kolomkop is als je van kolom verandert.
Je kunt dit al in een tekstverwerkingsprogramma doen, of in bijvoorbeeld Acrobat Pro. Bij Word-documenten waar je  een pdf van maakt kan nabewerking in Acrobat Pro nodig zijn om de rijkoppen aan te geven.

Zorg dat je bezoeker je tabellen ook begrijpt. Een aantal tips:

  • Maak tabellen niet complexer dan nodig. Splits ze anders in meerdere eenvoudige tabellen.
  • Denk vanuit de bezoeker. Een voorbeeld: 3 tabellen over parkeertarieven per garage in een stad. Auto en motor staan in 1 tabel. Waarom niet aparte tabellen vanuit de bezoekersvraag? Hij of zij komt met de auto, met de motor of met een hoog voertuig. Gebruik dat als uitgangspunt van je tabellen.
  • Als een tabel moeilijk is, gebruik dan een toelichting of een rekenvoorbeeld.
Meer informatie opmaak tabellen in documenten

Voor details over tabelopmaak in digitale documenten zie:

  • Succescriterium 1.3.1 Info en relaties
    Op deze pagina staat de norm WCAG 2.1 en kun je doorklikken naar aanvullende informatie en algemene technieken. Om een document toegankelijk te maken, moet het voldoen aan dit succescriterium.
  • Pdf-technieken voor dit succescriterium, voorbeelden van hoe je content beter toegankelijk kan maken:
    • Technique PDF6: Using table elements for table markup in PDF Documents
    • Technique PDF20: Using Adobe Acrobat Pro’s Table Editor to repair mistagged tables

c. Formulieren

PDF of HTML?

Vanwege gebruiksvriendelijkheid adviseren we om formulieren in ‘gewone webpagina’s’ (HTML) te maken. En om geen pdf’s met formulieren aan te bieden. Webformulieren zijn beter bruikbaar voor verschillende gebruikers en op verschillende apparaten, zoals een mobiele telefoon.

Een andere reden om voor webpagina’s (HTML) te kiezen zijn productiekosten en beheerbaarheid. Voor webformulieren op webpagina’s maak je 1 keer een goede template, waarbij je de opmaak en toegankelijkheid centraal kunt regelen. Bij een formulier in een tekstverwerkingsbestand kost elke wijziging relatief veel tijd en werk. Ook moet je vaak beheer doen in het brondocument en nabewerking in de uiteindelijke pdf. Elke keer dat je wat in het bronbestand verandert, moet je ook weer nabewerken. Daarnaast vraagt het toegankelijk maken van formulieren meer kennis, waar dat in HTML relatief eenvoudig is.

Het uitprinten van een formulier en handmatige ondertekening is niet voor iedereen mogelijk en toegankelijk. Daarom moet je als overheid ervoor zorgen dat bedrijven en burgers hun zaken (ook) volledig digitaal kunnen afhandelen. Het digitaal versturen van een pdf-formulier is complexer en kostbaarder dan het versturen van een webpagina.

Voor de duidelijkheid: er is geen richtlijn in WCAG die stelt dat je geen formulieren in pdf mag aanbieden. Maar met pdf maak je het voor de bezoeker en voor jezelf als aanbieder lastig.

Pdf-formulieren

Maak een formulier niet op zoals je dat vroeger misschien op een typemachine hebt geleerd. Oftewel met de tabtoets en streepjes op de plek waar je iets moet invullen. Of met spaties om uit te lijnen. Zie over de tekstuele inhoud van zo’n video ook de 2de video op iacobien.nl/pdf.

Formulieren moet je toegankelijk opmaken, zodat je ze met hulpapparatuur kan lezen en begrijpen. Hiervoor moet je zorgen dat het invoerveld is verbonden met het label, oftewel de beschrijvende tekst bij een invoerveld. Dit betekent dat je in de code vastlegt dat bijvoorbeeld het label ‘Achternaam’ hoort bij een invoerveld erachter. Ook als je niet kan zien dat ze bij elkaar horen (ze staan visueel bij elkaar, maar dat mis je natuurlijk) dan weet de hulpsoftware dat dit het label is voor dat precieze veld. Je weet dan ook dat je de juiste info (bijvoorbeeld achternaam) invoert bij het veld dat daarvoor bedoeld is.

Meer informatie

We behandelen de technische details hier niet. Mocht je meer willen weten, dan kun je doorlezen over het succescriterium en technieken:

  • Succescriterium 1.3.1 Info en relaties
    Op deze pagina staat de norm WCAG 2.1 en kun je doorklikken naar aanvullende informatie en algemene technieken. Om een document toegankelijk te maken, moet het voldoen aan dit succescriterium.
  • Pdf-technieken voor dit succescriterium, voorbeelden van hoe je content beter toegankelijk kan maken:
    • Technique PDF10: Providing labels for interactive form controls in PDF documents
    • Technique PDF12: Providing name, role, value information for form fields in PDF Documents

Ook bij de andere principes vind je succescriteria om formulieren toegankelijk te maken.

d. Koppen

Een document is voor iedereen beter scanbaar als er duidelijke koppen zijn. Met goed opgemaakte koppen kunnen gebruikers van hulpapparatuur een koppenlijst opvragen om zo een indruk te krijgen van de inhoud van een document. Ze maken op dat moment een inhoudsopgave met hulpapparatuur. Ook kunnen ze van kop naar kop navigeren. En als aanbieder kun je de bezoeker helpen met ‘bladwijzers’. Bladwijzers zijn links die je in een apart venster in een reader kan gebruiken om snel door een document te bladeren. Voor meer informatie zie het artikel ‘Hoe zit een toegankelijke pdf in elkaar?‘). Hiervoor is het wel nodig dat de maker van het document de koppen goed heeft opgemaakt en bladwijzers aanbiedt.

Markeer koppen als koppen met de opties in je software voor kopopmaak. Dit kun je in in programma’s doen als een tekstverwerkingsprogramma of een opmaakprogramma van Adobe. Gebruik dus niet alleen vet of cursief om een kop aan te geven.

Zorg dat de kopniveaus kloppen. Dat betekent dat een hoofdstuk bijvoorbeeld op kopniveau 1 is, een paragraaf op kopniveau 2 en een subparagraaf op kopniveau 3. Je kiest een kopniveau dus op basis van de hiërarchie van die kop en tekst in het document, en niet omdat de grootte van die kop toevallig mooi staat.

Bekijk ook of tekst onder een logische kop staat in het document of dat deze nog onder een andere, ongerelateerde, kop staat.

Belangrijk is dat je het document vervolgens goed exporteert naar een pdf. Bij een lang document is goed om ‘bladwijzers’ van de koppenstructuur te maken. Dit kan bij het exporteren naar en pdf.

Meer informatie
  • Succescriterium 1.3.1 Info en relaties
    Op deze pagina staat de norm WCAG 2.1 en kun je doorklikken naar aanvullende informatie en algemene technieken. Om een document toegankelijk te maken, moet het voldoen aan dit succescriterium.
  • Pdf-technieken voor dit succescriterium, voorbeelden van hoe je content beter toegankelijk kan maken:
    • Technique PDF2: Creating bookmarks in pdf
    • Technique PDF9: Providing headings by marking content with heading tags in PDF documents

e. Lijsten

Het is belangrijk om lijsten op te maken met de knoppen die je daarvoor hebt in je tekstverwerkingsprogramma of opmaakprogramma. Een screenreader kan dan bijvoorbeeld aangeven dat er een lijst aankomt met 5 items. Als je niet kan zien, dan heb je toch snel een beeld van hoe lang een opsomming is. Ook kun je ervoor kiezen om een hele lijst over te slaan. Een document met goede opsommingen is ook beter scanbaar door mensen die het document wel zien.

Als je een lijst opmaakt met sterretjes en een spatie of een streepje en spatie dan herkent software een lijst niet als een lijst. Ook is de opmaak in een tekstverwerkingsbestand niet zo mooi als er een tweede regel is bij een item in een opsommingslijst. Bovendien heb je geen uniforme uitstraling in verschillende documenten. Zorg dus altijd voor goede opsommingen.

Meer informatie:
  • Succescriterium 1.3.1 Info en relaties
    Op deze pagina staat de norm WCAG 2.1 en kun je doorklikken naar aanvullende informatie en algemene technieken. Om een document toegankelijk te maken, moet het voldoen aan dit succescriterium.
  • Pdf-technieken voor dit succescriterium, voorbeelden van hoe je content beter toegankelijk kan maken:
    • Technique PDF21: Using List tags for lists in PDF documents

f. Links

Zorg ervoor dat links voor iedereen bruikbaar zijn. Zorg dat je links niet alleen herkenbaar maakt met net een afwijkende kleur. Maak linkteksten goed op en maak ze hierdoor ook bruikbaar met:

  • het toetsenbord
  • navigatie met hulpapparatuur
  • screenreaders en brailleleesregels
Meer informatie
  • Succescriterium 1.3.1 Info en relaties
    Op deze pagina staat de norm WCAG 2.1 en kun je doorklikken naar aanvullende informatie en algemene technieken. Om een document toegankelijk te maken, moet het voldoen aan dit succescriterium.
  • Pdf-technieken voor dit succescriterium, voorbeelden van hoe je content beter toegankelijk kan maken:
    • Technique PDF11: Providing links and link text using the Link annotation and the /Link structure element in PDF documents

g. Consistente paginanummering

Zorg ervoor dat de nummering in een pdf-viewer overeenkomt met de paginanummering op de pagina’s.

Dat betekent dat als je de bijlagen nummert met Romeinse cijfers en daar bij ‘I’ begint, je zorgt dat de paginanummering in de pdf-reader vanaf die pagina ook met het Romeinse cijfer ‘I’ begint. En niet bij bijvoorbeeld pagina 106. Consistentie maakt het begrijpen van waar je bent in het document makkelijker.

Meer informatie:
  • Succescriterium 1.3.1 Info en relaties
    Op deze pagina staat de norm WCAG 2.1 en kun je doorklikken naar aanvullende informatie en algemene technieken. Om een document toegankelijk te maken, moet het voldoen aan dit succescriterium.
  • Pdf-technieken voor dit succescriterium, voorbeelden van hoe je content beter toegankelijk kan maken:
    • Technique PDF17: Specifying consistent page numbering for PDF documents

Succescriterium 1.3.2 Betekenisvolle volgorde (niveau A)

De bedoeling van dit succescriterium is dat er een betekenisvolle volgorde is voor gebruikers die het document niet op de standaardmanier zien. De inhoud van een document moet duidelijk zijn als deze ‘gelineariseerd’ wordt. Dat betekent dat je alles achter elkaar krijgt in de volgorde zoals in de leesvolgorde van het document is aangegeven. Bij een pdf staat dit in de codelaag van het document. Of tekst goed wordt voorgelezen of weergegeven, hangt van de codelaag af.

Dit gaat soms fout als tekst opgemaakt is, maar in de achterliggende laag de volgorde niet duidelijk is aangegeven. Bijvoorbeeld tekst in kolommen moet kolom voor kolom opgelezen worden. En niet regel voor regel. De tekst zou dan immers niet meer te begrijpen zijn.

Lees de volgende tekst maar eens regel voor regel (beide kolommen als 1 regel):

De goudvis (Carassius auratus auratus) wordt in het Japans hibuna genoemd. Er zijn
is de kweekvariëteit van de giebel. De enkele tientallen mutaties (parelmoerkleurige
kleur van de oorspronkelijke goudvis was schubben, dubbele staarten, blaasogen,
echt goudachtig. De moderne goudvis is vlekkenpatronen, verdikkingen op de kop,
egaal oranje tot rood van kleur, heeft verlengde vinnen en verlengde neusbuisjes)
metaalglanzende schubben en een die in allerlei combinaties voor kunnen komen.
enkele staart en aarsvin. Deze vorm Bron: Wikipedia over de Goudvis

Dit lijkt misschien voor jou als lezer onwaarschijnlijk. Maar dit komt veel voor in met InDesign opgemaakte pdf’s, waarbij de leesvolgorde niet goed gemarkeerd is. Met dit resultaat voor de gebruikers van voorleessoftware en brailleleesregels.

Het kan ook mis gaan als de kolommen niet in de goede volgorde worden voorgelezen. Bijvoorbeeld eerst de middenkolom, dan de rechterkolom en dan de linkerkolom. Dit kan ook gebeuren als je een vouwfolder online zet.

Het kan ook mis gaan als bepaalde onderdelen van formulieren niet gecodeerd zijn en andere wel. Een deel van de tekst of formulieronderdelen worden dan wel voorgelezen en andere niet. Niet het hele formulier is dan bruikbaar.

Om in pdf snel de leesvolgorde te bekijken, gebruik je Acrobat Pro het ‘Opnieuw plaatsen’.
Beeld > Zoomen > Opnieuw plaatsen (Als je de Engelstalige versie hebt: View > Zoom > Reflow).

Je kan ook het document laten voorlezen om te zien of alles in de leesvolgorde staat en in de goede volgorde.

Meer informatie

  • Succescriterium 1.3.2 Betekenisvolle volgorde
    Op deze pagina staat de norm WCAG 2.1 en kun je doorklikken naar aanvullende informatie en algemene technieken. Om een document toegankelijk te maken, moet het voldoen aan dit succescriterium.
  • Pdf-technieken voor dit succescriterium, voorbeelden van hoe je content beter toegankelijk kan maken:
    • Technique PDF3: Ensuring correct tab and reading order in PDF documents

Succescriterium 1.3.3 Zintuiglijke eigenschappen (niveau A)

Zorg ervoor dat instructies niet afhankelijk van een beschrijving zijn die je niet kan begrijpen als je niet kan zien of geen kleuren kan onderscheiden. Zoals de melding ‘de rood omkaderde velden zijn verplicht’. Of ‘kijk in de kolom hiernaast’. Verwijs dan bijvoorbeeld naar tekst die zich onder een bepaald kopje bevindt en benoem in de verwijzing dit kopje.

Meer informatie

  • Succescriterium 1.3.3 Zintuiglijke eigenschappen
    Op deze pagina staat de norm WCAG 2.1 en kun je doorklikken naar aanvullende informatie en algemene technieken. Om een document toegankelijk te maken, moet het voldoen aan dit succescriterium.

Succescriterium 1.4.1 Gebruik van kleur (niveau A)

Informatie moet ook duidelijk zijn als je geen kleur kan onderscheiden. Bijvoorbeeld omdat je blind bent, slechtziend bent of de pdf op een andere manier laat weergeven. De volgende punten zijn belangrijk:

  • Zorg ervoor dat alle informatie toegankelijk is, ook als je geen kleuren kan onderscheiden. Een voorbeeld is informatie op een kaart. Dit gaat bij kaarten met legenda in pdf vaak fout. Een ander voorbeeld is een kleurcodering in een tabel, waarbij ‘goed’ is aangegeven met groen, ‘matig’ met oranje en ‘slecht’ met rood. Zorg ervoor dat je de informatie ook in tekst geeft.
  • Zorg dat je links niet alleen herkenbaar maakt doordat ze net een andere kleur hebben.
  • Zorg dat foutmeldingen ook herkenbaar zijn als je geen kleur kan onderscheiden. Markeer niet alleen met kleur, maar geef ook tekstueel aan wat er fout gaat.
  • Als in een afbeelding informatie wordt weergegeven met kleur, zorg dan dat deze informatie ook tekstueel beschikbaar is. Bijvoorbeeld een kaart met daarop een rode lijn waarmee een dijk is aangegeven. Het tekstueel alternatief van de afbeelding is dan bijvoorbeeld: “De dijk loopt van Grijzewoude via Rhaden tot Bergerwijk”. En niet: “De dijk is op de kaart met rood aangegeven”.

Meer informatie

  • Succescriterium 1.4.1 Gebruik van kleur
    Op deze pagina staat de norm WCAG 2.1 en kun je doorklikken naar aanvullende informatie en algemene technieken. Om een document toegankelijk te maken, moet het voldoen aan dit succescriterium.

Succescriterium 1.4.3 Contrast minimum (niveau A)

Goed leesbare tekst heeft een duidelijk contrast met de achtergrondkleur. De mate van contrast wordt aangegeven met een verhouding die met een algoritme wordt berekend. Van dat algoritme hoef je verder niets te weten, het gaat erom dat je de verhoudingen weet en kan meten. Hiervoor heb je de kleurnummers nodig, die je vervolgens invoert in een contrasttool. De uitkomst is een contrastverhouding.

Contrast van tekst met de achtergrondkleur heeft een contrastwaarde van minimaal 4,5:1 en voor grote of vette tekst minimaal 3:1. Als er geen contrast is, is de verhouding 1,0:1. Bij maximaal contrast is de verhouding 21,0:1. Maximaal contrast (zwart met wit) is overigens niet het best leesbaar.

Bij documenten die binnen een organisatie opgemaakt worden zie je vaak dat ze afwijken van de huisstijl en zie je geregeld contrastproblemen buiten de lopende tekst. Bij documenten die door een opmaakbureau worden opgemaakt zie je vaker contrastproblemen, omdat er veel meer opmaak gebruikt wordt zonder rekening te houden met deze contrasteisen. Het is belangrijk om te realiseren dat documenten ook op mobieltjes gelezen worden, bijvoorbeeld in de trein of in zonlicht. Je maakt content voor veel meer mensen goed leesbaar als het contrast voldoende is.

Meer informatie

  • Succescriterium 1.4.3 Contrast minimum
    Op deze pagina staat de norm WCAG 2.1 en kun je doorklikken naar aanvullende informatie en algemene technieken. Om een document toegankelijk te maken, moet het voldoen aan dit succescriterium.
  • Contrast van tekst met achtergrondkleur op een toegankelijke site
    Uitgebreid artikel van Iacobien over contrast van tekst met achtergrondkleur. Best practices, tools en tips.

Succescriterium 1.4.4 Herschalen van tekst (niveau AA)

De eis in dit succescriterium is dat je tekst zonder hulpapparatuur tot 200 procent kan schalen zonder verlies van content of functionaliteit. In een pdf-lezer kan je eigenlijk altijd zoomen zonder dat er delen content over elkaar heen vallen. Hierdoor gaat het op dit succescriterium niet mis.

Maar een ingezoomde pdf en een pdf op een kleinere scherm zijn niet gebruiksvriendelijk. Je blijft horizontaal heen en weer scrollen omdat grote delen van het document buiten beeld staan. In theorie kan een pdf die uit meerdere kolommen bestaat met een pdf-reader in 1 kolom getoond worden. Dat kan helpen. Bedenk echter dat dit niet iets is dat met alle readers kan of een functionaliteit is die bekend is bij je bezoeker.

Pdf en vergroting of kleine schermen zijn gewoon een ongelukkige combinatie. Ook hier geldt: in veel gevallen is een gewone webpagina, HTML, een betere keus.

 Meer informatie

  • Succescriterium 1.4.4 Herschalen van tekst
    Op deze pagina staat de norm WCAG 2.1 en kun je doorklikken naar aanvullende informatie en algemene technieken. Om een document toegankelijk te maken, moet het voldoen aan dit succescriterium.

Succescriterium 1.4.5 Afbeeldingen van tekst (niveau AA)

Tekst in een document moet uit ‘echte tekst’ bestaan. Deze tekst kun je laten voorlezen of lezen met een brailleleesregel. Ook kun je tekst anders laten weergeven in bijvoorbeeld een pdf-reader. Je kunt aangeven dat je tekst in een pdf bijvoorbeeld als gele tekst op een zwarte achtergrond wilt zien. Ook kun je tekst die in kolommen staat in 1 kolom laten weergeven. Je kunt tekst in een document doorzoeken, markeren of selecteren.

Gescande documenten

Als je een gescand document hebt, dan kan het zijn dat je pdf uit een afbeelding van tekst bestaat en niet uit echte selecteerbare tekst. Er is dus geen tekst beschikbaar om voor te laten lezen met software of door te navigeren met hulpapparatuur. Ook kun je geen tekst zoeken in het document. Het document heeft dan geen tekstuele inhoud. Bekijk hierover ook de eerste video zien op de pagina iacobien.nl/pdf

Om weer tekst in het document te krijgen, moet je het document OCR’en. (Een andere optie is een toegankelijk alternatief, zie Eisen alternatieve versie).

OCR staat voor ‘Optical Character Recognition‘. Na het scannen van een document gebruik je dan OCR-software die tekens herkent en probeert de oorspronkelijke tekst zo goed mogelijk te benaderen.

Let op: Het OCR’en van een document betekent niet dat het document daarmee toegankelijk is. Er is dan wel tekst, maar deze tekst is niet per definitie foutloos. Bijvoorbeeld de letter ‘m’ kan aangezien worden voor de tekens ‘rn’. Daarnaast is er geen codelaag voor toegankelijkheid waarmee aangegeven wordt wat koppen zijn, hoe een tabel in elkaar zit en wat bijvoorbeeld een tekstueel alternatief voor een afbeelding is. Ook is er geen bruikbare metadata meer aanwezig. Daarin staat onder andere de documenttitel, de auteur en de taal waarin het document is opgesteld. Het OCR’en van een document op papier is niet afdoende om een tekst toegankelijk te maken.

Afbeeldingen van tekst

Wanneer je plaatjes van tekst gebruikt om een tekst mooi vorm te geven, dan heb je hetzelfde toegankelijkheidsprobleem. Deze tekst kan niet worden geselecteerd, gevonden of anders weergegeven worden door de gebruiker. Gebruik ‘echte tekst’ die je in bijvoorbeeld in LibreOffice, Word of InDesign opmaakt.

Gebruik vanwege toegankelijkheid en bruikbaarheid alleen een plaatje van tekst als je dezelfde informatie ook (volledig) als tekst in het document hebt staan. Een uitzondering is het logo van je organisatie. Dit kun je conform de richtlijnen van de tekst wel gebruiken.

Meer informatie

  • Succescriterium 1.4.5 Afbeeldingen van tekst
    Op deze pagina staat de norm WCAG 2.1 en kun je doorklikken naar aanvullende informatie en algemene technieken. Om een document toegankelijk te maken, moet het voldoen aan dit succescriterium.
  • Pdf-technieken voor dit succescriterium, voorbeelden van hoe je content beter toegankelijk kan maken:
    • Technique PDF7: Performing OCR on a scanned PDF document to provide actual text

Voorwaarde: gecodeerde pdf

Voorwaarde om aan alle succescriteria van Principe Waarneembaar te voldoen is dat de pdf gecodeerd is. Een toegankelijke pdf bestaat namelijk uit achterliggende lagen met codes en heeft niet alleen een visuele laag. In die laag met codes staan bijvoorbeeld de alternatieve teksten, koppen, formulierelementen, tabelopmaak en lijsten. Lees meer over de opbouw van een pdf in het artikel ‘Hoe zit een toegankelijke pdf in elkaar‘ en dan met name de paragraaf over de codelaag.

Niet besproken succescriteria

In dit artikel hebben we een aantal succescriteria van Principe Waarneembaar niet beschreven. Dit zijn succescriteria over audio en video. We bespreken deze criteria niet omdat in pdf’s, spreadsheets en Word-documenten geen audio of video wordt aangeboden. Voor de volledigheid noemen we deze succescriteria wel:

  • Succescriterium 1.2.1 Louter-geluid en louter-videobeeld (vooraf opgenomen) (Niveau A)
  • Succescriterium 1.2.2 Ondertiteling voor doven en slechthorenden (vooraf opgenomen) (Niveau A)
  • Succescriterium 1.2.3 Audiodescriptie of media-alternatief (vooraf opgenomen) (Niveau A)
  • Succescriterium 1.2.4 Ondertitels voor doven en slechthorenden (live) (Niveau AA)
  • Succescriterium 1.2.5 Audiodescriptie (vooraf opgenomen) (Niveau AA)

Artikelenreeks

We werken hard aan het voltooien van deze reeks van 7 artikelen. De reeks is nog niet volledig gepubliceerd. Zie ‘1. Inleiding WCAG 2.1 en documenten‘ voor een inleiding, bronnen en het overzicht van de geplande artikelen of lees artikel ‘7. Een ontoegankelijk document met een toegankelijk alternatief. Wat zijn de eisen?‘.

Primaire Sidebar

Zoeken

Onderwerpen

  • Alternatief voor pdf (5)
  • Audit (6)
  • Best practices (7)
  • EPUB (2)
  • Nieuws (4)
  • Overig (1)
  • Pdf (15)
  • Strategie (10)
  • Tools (9)

Nieuwsbrief documenten en toegankelijkheid

Wil je een mail ontvangen wanneer er nieuwe artikelen zijn? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief!

We gebruiken je gegevens alleen voor deze nieuwsbrief en delen je gegevens niet met anderen.

Meest recente artikelen

  • PAC 2021: nieuwe versie van tool om de toegankelijkheid van een pdf te onderzoeken
  • Hoe zit een toegankelijke pdf in elkaar?
  • OctoberPDFest 2020: webinars over pdf en toegankelijkheid
  • HTML, pdf, Word, Excel, Powerpoint of EPUB?
  • Hoe maak je een toegankelijke pdf?

Footer

  • Contact
  • Over deze website

Copyright © 2019 Iacobien Riezebosch

Copyright © 2023 · Documenten en toegankelijkheid.nl op Genesis Framework · WordPress · Log in